Gentle parenting is niet zo ‘gentle’ als je denkt…
Een bladzijde uit mijn eigen kinderboek genaamd ‘Ik ben Boos!Verdrietig..’
Als ik vertel dat ik gentle parenting toepas – specifiek de 'Good Inside'-aanpak van Dr. Becky Kennedy – krijg ik vaak een opgetrokken wenkbrauw. "Oh, dus je laat je kind alles bepalen?" Of: "Maar kinderen moeten toch gewoon luisteren?" Het is frustrerend hoe snel mensen oordelen over deze opvoedstijl zonder zich erin te verdiepen. Daarom wil ik in dit artikel drie veelgehoorde misvattingen over ‘gentle parenting’ tackelen.
Hier zijn drie, van de vele, misvattingen over gentle parenting (die ik zelf vaak heb gehoord):
"Gentle parenting is soft." Integendeel. Gentle parenting betekent juist grenzen stellen, maar dan met empathie in plaats van straf. Het gaat niet om alles toestaan, maar om begrip tonen voor emoties terwijl je duidelijke grenzen hanteert. Zoals Dr. Becky zegt: kinderen zijn niet slecht, ze hebben het moeilijk. Je biedt dus structuur, maar zonder straf of schaamte. Kinderen voelen zich veilig en gezien, wat juist maakt dat ze beter kunnen luisteren. Het gaat over het samen zoeken naar oplossingen, in plaats van eenzijdig opleggen.
"Kinderen leren geen discipline zonder straf." Onderzoek toont aan dat kinderen beter leren door verbinding en begrip dan door straf. Gentle parenting richt zich op het ontwikkelen van intrinsieke motivatie en zelfregulatie, in plaats van gehoorzaamheid uit angst. Kinderen leren hun gevoelens herkennen en reguleren, waardoor ze betere keuzes leren maken (Grolnick, 2003). Ze doen wat goed is omdat het klopt, niet omdat ze bang zijn voor de gevolgen.
"Deze aanpak kost teveel tijd en moeite." Hoewel het vergt dat je bewust reageert, wat zeker meer vraagt van jou als ouder, leidt gentle parenting op de lange termijn tot minder machtsstrijd en meer samenwerking. Kinderen voelen zich gehoord en begrepen, wat zorgt voor meer rust in huis. De relatie wordt sterker, en dat maakt het ouderschap uiteindelijk juist lichter en fijner. Het vraagt zeker wel meer van je in het moment en in de vormende jaren, maar je wint het terug in de verbinding en het vertrouwen dat je opbouwt.
Bovendien laat onderzoek zien dat een opvoedstijl waarin empathie en verbinding centraal staan, leidt tot meer zelfvertrouwen en sociale vaardigheden bij kinderen (Siegel & Bryson, 2011). En dat is precies wat we onze kinderen willen meegeven voor de wereld waarin ze opgroeien.
Zie ‘gentle parenting’ dus niet als zwak; het is een krachtige, bewuste keuze om kinderen op te voeden tot empathische , weerbare en veerkrachtige volwassenen. Laten we stoppen met snelle oordelen en openstaan voor opvoedstijlen die gebaseerd zijn op liefde, begrip en wetenschap. Want onze kinderen verdienen opvoeders die hun menselijkheid erkennen, en zichzelf ook mogen blijven leren kennen. Het gaat niet om perfect zijn, maar om aanwezig zijn. Om echt luisteren, zien en begeleiden. Daar zit de echte kracht.
Bronnen:
Grolnick, W. S. (2003). The psychology of parental control: How well-meant parenting backfires. Lawrence Erlbaum Associates.
Kennedy, B. (2022). Good inside: A guide to becoming the parent you want to be. Harper Wave.
Siegel, D. J., & Bryson, T. P. (2011). The Whole-Brain Child. Bantam Books.