“Alleen een knuffel, papa” – Hoe kleine signalen laten zien dat mijn rol als vader verandert.

“Wil je een kus en een knuffel?” vroeg ik haar.
“Alleen een knuffel,” antwoordde ze zacht, terwijl we op het schoolplein stonden.

Niet boos. Niet verdrietig. Gewoon helder. En toch… er gebeurde iets in mij. Ik ben trots, omdat ze haar grens durft aan te geven bij mij. En tegelijkertijd ook een beetje verdrietig, omdat ik beseft dat er iets verandert tussen ons.

Mijn dochter is acht. En dit kleine moment op het schoolplein voelt als een grote stap in haar ontwikkeling.
Niet omdat ze me afwijst. Maar omdat ze haar eigen plek begint in te nemen in een wereld die groter wordt.

De buitenwereld klopt aan

Steeds vaker zie ik hoe ze zich begint los te maken. Als we op het schoolplein zijn rent ze sneller naar haar vriendinnen. Ze blijft minder lang bij mij hangen als we een keer vroeg op school zijn. Ze wil vaker bij haar vriendinnen spelen in plaats van met mij.
En hoewel ik weet dat dit gezond is, vind ik het moeilijk om los te laten.

Mijn stem is niet meer de enige en ik ben niet meer haar hele wereld. Er komen nu nieuwe stemmen bij en haar wereld wordt groter. Dit maakt mij enthousiast maar ook gespannen.

In dit artikel geef ik geen antwoorden, want ik ben zelf nog zoekende. Ik heb vooral veel vragen:

  • Hoe blijf ik dichtbij zonder haar ruimte te beperken?

  • Hoe bescherm ik haar als ik niet altijd in de buurt ben?

  • Hoe zorg ik dat er mensen om haar heen zijn die haar ook veiligheid bieden?

  • Hoe blijf ik haar veilige basis, nu ze wat meer ruimte nodig heeft?

Wat zegt de Islam?

In de islamitische opvoedingsvisie wordt vaak verwezen naar de indeling van imam Ali:

“Laat je kind de eerste zeven jaar spelen, onderwijs het in de volgende zeven jaar, en wees daarna een vriend.”

Deze driedeling beschrijft niet alleen de behoeften van het kind, maar ook hoe onze rol als ouder mee verandert:

  • 0–7 jaar: liefde, geborgenheid, veiligheid.

  • 7–14 jaar: karaktervorming, begeleiden, grenzen leren.

  • 14–21 jaar: ruimte geven, vertrouwen, vriendschap opbouwen.

Mijn dochter zit nu net in die tweede fase. En dat vraagt van mij dat ik ook meebeweeg. Vanuit mijn rol als verzorger meer naar een begeleidende rol.

Wat zegt de psychologie?

1. Hechting begint bij veiligheid (John Bowlby)

John Bowlby (1907–1990) stelde dat een veilige en voorspelbare band met ouders in de eerste levensjaren essentieel is. Kinderen die zich veilig hechten aan hun primaire verzorgers (vaak de ouders) durven de wereld te ontdekken, fouten te maken en relaties aan te gaan.

Een kind dat weet: "Als ik val, is er iemand die me opvangt", ontwikkelt vertrouwen.

Dat mijn oudste meid nu de buitenwereld gaat ontdekken, is dus een fantastisch teken. Dat betekent, hopelijk, dat zij veilig gehecht is aan ons waardoor ze risico’s durft te nemen.

Dat betekent dat ik moet leren dat we niet altijd fysiek dichtbij hoeven te zijn. Volgens deze theorie is het vooral belangrijk dat onze nabijheid betrouwbaar is. Dat mijn dochter weet dat wij er altijd zullen zijn om haar op te vangen.

2. De psychosociale fasen van Erik Erikson: wat leert je kind wanneer?

De ontwikkelingstheorie van Erik Erikson vind ik ook heel behulpzaam. Deze laat mooi zien waarom kinderen in elke leeftijd iets anders van hun ouders nodig hebben. Het kind is in elke fase bezig met het beantwoorden van een andere vraag voor zichzelf. Ik beschrijf hieronder de eerste vier fasen, met herkenbare voorbeelden erbij.

Fase 1: Vertrouwen vs. Wantrouwen (0–1 jaar)

"Kan ik de mensen om me heen vertrouwen?"

Voorbeeld:
Je baby huilt. Jij komt snel, tilt haar op en kalmeert haar.
Ze leert: Als ik iets voel, is er iemand voor mij. Zo bouw je aan vertrouwen.

Fase 2: Autonomie vs. Schaamte & Twijfel (1–3 jaar)

"Mag ik dingen zelf doen?"

Voorbeeld:
Je peuter zegt “zelf doen!” en probeert haar schoenen aan te trekken.
Geef je haar ruimte (ook al duurt het langer), dan leert ze zelfstandigheid.
Roep je: “Laat maar, ik doe het wel”, dan groeit schaamte en onzekerheid.

Fase 3: Initiatief vs. Schuldgevoel (3–6 jaar)

"Mag ik mijn ideeën volgen?"

Voorbeeld:
Je kind bouwt een eigen winkeltje met knuffels en vraagt of je klant wil zijn.
Door mee te doen laat je merken dat zijn ideëen er mogen zijn.
Krijgt het kind continu de boodschap "doe normaal" of "hou op", dan groeit schuldgevoel en terughoudendheid.

Fase 4: Zelfvertrouwen ontwikkelen vs. Minderwaardigheid (6–12 jaar)

"Ben ik goed genoeg? Doe ik ertoe?"

Voorbeeld:
Je dochter vergelijkt zich met klasgenoten. Ze is trots op haar boekbespreking, maar misschien teleurgesteld over een slecht cijfer. Hoe jij reageert, bepaalt haar zelfbeeld. Bovendien speelt de buitenwereld nu ook een grotere rol in de bepaling van haar zelfbeeld.

Wat betekent dit voor mij als vader?

Mijn dochter zit nu midden in die vierde fase. Ze kijkt niet meer alleen naar mij voor bevestiging. Ze zoekt het ook bij klasgenootjes, juffen, filmpjes, de buurmeisjes. Ze bouwt haar eigen identiteit op. En dat is ook precies wat ze moet doen. Mijn directe invloed wordt steeds kleiner, en dat vind ik een beetje moeilijk.

Hoe nu verder?

Mijn dochter wilde geen kus meer. Alleen een knuffel. Een klein moment met een grote betekenis.

Door de bril van de Islam zie ik dat dit een natuurlijke overgang is naar de fase waarin ik haar begeleid, in plaats van alles aanreik. Door de bril van Bowlby besef ik dat ik haar zelfstandigheid mogelijk maak, juist door haar veiligheid te blijven bieden. En via Erikson begrijp ik beter waarom haar vriendinnen, haar prestaties en het erbij horen ineens zo’n grote rol spelen.

En ik ben aan het leren. Dat ik niet niet alles moet loslaten en ook niet alles moet vasthouden. Maar dat ik vooral moet meebewegen.

Volgende
Volgende

Wanneer praat je met je dochter over menstruatie?